Het moederschap is van alle tijden en altijd actueel
Er is bijna geen boekenweekthema geweest dat zoveel stof deed opwaaien als ”de moeder de vrouw” (RD 19-6). Driehonderd schrijvers tekenden een petitie tegen het thema van 2019. Ook uitgevers uitten hun ongenoegen.
„Hoe bestaat het dat in onze moderne tijd het moederschap aan het ‘vrouw-zijn’ wordt gekoppeld?” vraagt men zich af. Waarom niet ”de postbode de vrouw” of ”de piloot de vrouw”? Men vindt het de reinste „genderongelijkheid” om moeder en vrouw aan elkaar te verbinden.
Verbazingwekkend genoeg ageert men ook tegen het feit dat twee mannen uitgekozen zijn om het boekenweekgeschenk te schrijven. Je zou denken dat zoiets nu juist van emancipatie getuigt.
Moeder van alle levenden
”De moeder de vrouw”, mooier kan het boekenweekthema van de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) eigenlijk niet zijn. In het gedicht van Martinus Nijhoff waarop dit thema gebaseerd is, zien we een dienende, sterke vrouw die vertrouwt op haar God:
„Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in ’t gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd -
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.”
Het beeld dat hier naar voren komt, doet ons sterk denken aan de vrouw uit Spreuken 31. Een vrouw die haar gezin en allen die daarbij horen, liefheeft en dient, die haar handen uit de mouwen steekt, die de komende dag toelacht en die met haar mond wijsheid laat horen. Zo’n vrouw die meer waard is dan robijnen.
Wat is daar nou mis mee? vraag je je af. Wat is er mis met het feit dat het moederschap aan het vrouw-zijn gekoppeld wordt? Is het moederschap niet als een gave van God aan een vrouw gegeven? Adam gaf aan zijn vrouw de naam Eva, wat ”moeder van alle levenden” betekent, zelfs voordat zij kinderen gebaard had (Gen. 3:21).
Het moederschap wordt in de Bijbel zeer hoog geschat. Als God Zijn volk zegent, zegent Hij met kinderen (Deut. 7:13-14). Kinderen worden gezien als zegen en beloning (Ps. 127:3). Ja, God vergelijkt Zichzelf met een moeder die troost (Jes. 66:13).
Het is juist heel natuurlijk dat het moeder-zijn aan het vrouw-zijn gekoppeld wordt, gewoon omdat alleen een vrouw moeder kan zijn. Zij is door God zo gemaakt, dat zij alleen deze rol kan vervullen. Zij mag leven geven. Zij kan zelfs, zonder dat zij zelf kinderen gebaard heeft, moederliefde laten zien aan een wereld in nood. Vrouwen als de Nederlandse evangeliste Corrie ten Boom en de Ierse zendelinge Amy Carmichael zijn hiervan stralende voorbeelden. Is daar iets mis mee? Is ”leven geven” minderwaardig? Zonder moeder zou niemand van ons hier zijn!
Zou een titel als ”de postbode de vrouw” of ”de piloot de vrouw” op een zelfde manier resoneren als ”de moeder de vrouw”? Wij denken van niet. Het is heel natuurlijk dat de gedachten van de ik-persoon in het gedicht van Martinus Nijhoff teruggaan naar zijn moeder. Zij is degene die hem gedragen, gevoed, gekoesterd en liefgehad heeft. Het moederschap is niet duf of irrelevant, het is van alle tijden en altijd actueel.
Onvervangbaar
Er wordt volgens ons ook tegen het thema aangeschopt omdat ”de moeder de vrouw” een associatie oproept met bijvoorbeeld een vrouw achter het aanrecht. Maar wat is er mis met dat aanrecht? Waarom is het minderwaardig als een vrouw en moeder achter het aanrecht eten klaarmaakt voor haar gezin? Waarom is het beter een betaalde baan als pilote te hebben dan je eigen kinderen te voeden en op te voeden in de vreze des Heeren?
Het moederschap is een hoge roeping en een levensbelangrijke taak. Een baan buitenshuis kan door iedereen overgenomen worden, maar ”de moeder de vrouw” is onvervangbaar.
Het gaat ons er niet om te oordelen over het hoe, wat en wanneer van buitenshuis werken. Daar mag iedere vrouw met God haar eigen weg in zoeken. Maar wat wij zouden willen zien, is waarover we ook in ons boek ”100 bemoedigingen voor moeders” geschreven hebben: dat het moederschap opnieuw gewaardeerd wordt en niet beschouwd wordt als minderwaardig, dat het moederschap en het vrouw-zijn gezien worden als prachtige gaven van God en dat het moederschap door vrouwen met vreugde omarmd wordt. Het is kostbaar in Gods ogen!
Marieke den Butter
Wilma Samyn