Hoe worden vrouwen zalig in het baren van kinderen?
Een diepgaande studie van 1 Timotheüs 2:15 door John Piper
Wat bedoelde Paulus precies toen hij in 1 Tim. 2:15 zei: “Maar zij zal in de weg van het baren van kinderen zalig worden, als zij blijft in geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid”(HSV)?
De interpretatie Henry Alford betreffende dit vers is niet algemeen bekend. Ik vind haar treffend en ik zou haar graag bij u aanraden om eens over na te denken. Henry Alford was een Brits Anglicaans geleerde die een commentaar op het Griekse Nieuwe Testament uitgaf in 1863. Het vers staat in de context van Paulus’ uiteenzetting over waarom beter mannen de gezaghebbende leiders en leraars in de gemeente moeten zijn dan vrouwen.
‘Want ik sta niet toe dat een vrouw onderwijs geeft, en ook niet dat zij de man overheerst, maar ik wil dat zij zich stil houdt. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. En niet Adam is misleid, maar de vrouw is, toen zij misleid werd, tot overtreding gekomen. Maar zij zal in de weg van het baren van kinderen zalig worden, als zij blijft in geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid.’ (1 Tim. 2:12-15 HSV)
Wat betekent vers 15?
In een andere studie heb ik geprobeerd uit te leggen hoe Paulus argumenteert in vers 14. Maar hier is de vraag: “Wat is de betekenis van vers 15?” “Maar zij zal in de weg van het baren van kinderen zalig worden, als zij blijft in geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid.”
‘Zij’ verwijst naar ‘de vrouw’ in vers 14 en gaat waarschijnlijk over de vrouw in het algemeen. Ik zeg dit omdat er in de volgende zin een verschuiving is van enkelvoud naar meervoud ‘zij’: ‘Maar zij (enkelvoud) zal in de weg van het baren van kinderen zalig worden - als zij (meervoud) blijft in geloof’
Het tweede ‘zij’ is hier in het Grieks geen persoonlijk voornaamwoord, maar is aanwezig in de meervoudige vorm van het werkwoord en daardoor kan het zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. De context wijst op vrouwelijk. ‘Vrouwen zullen zalig worden door het baren van kinderen…’
Sommigen stellen voor dat ‘door het baren van kinderen’ verwijst naar de geboorte van Christus. Maar op de enige andere plaats in de Bijbel waar een vorm van dit werkwoord voorkomt (1 Tim 5:14) verwijst het gewoon naar kinderen baren: “Ik wil dan dat jonge weduwen trouwen, kinderen krijgen, …”
Henry Alford merkt op dat zalig worden ‘in’ iets, niet hoeft te betekenen zalig worden ‘door’ datgene, maar het kan betekenen zalig worden in iets als doorheen een gevaar. Hij merkt ook op dat Paulus de twee woorden (‘zalig worden’ en ‘doorheen’) op die manier combineert in 1 Korinthe 3:15. ‘Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.’ (HSV)
Zou ‘Zij zal zalig worden in het baren van kinderen’ kunnen betekenen: ‘Ze zal zalig worden, niet door, maar doorheen (d.w.z. ondanks) de overweldigende pijnen van de bevalling’?
Het gevoel van wanhoop
Alford trekt onze aandacht naar het volgende feit: na de val in Genesis 3:16, toen God de duivel en de vrouw en de man wees op hun afzonderlijke ondervindingen van de vloek, was ‘het baren van kinderen’ precies dat punt waarop Gods vloek neerkwam op de vrouw. ‘Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren.’ (Gen. 3:16a HSV)
Stop even en voel hoe zwaar dit moest zijn voor vrouwen door de eeuwen heen voor het ontstaan van de moderne geneeskunde. Geen hygiëne, geen ruggenprik, geen knip, geen hechtingen, geen keizersnede, geen antibiotica, geen pijnstillers en vaak geen herstel. Onnoemelijk veel vrouwen zijn gestorven tijdens de bevalling en ontelbaar veel meer droegen de rest van hun leven de gevolgen van wonden die zwangerschap onmogelijk maakten, of eender welke soort van een normaal intiem leven.
Met andere woorden, zelfs meer dan vandaag, waren er aspecten aan kinderen baren die als een vloek van God voelden– en vaak duurde die last een leven lang, niet alleen de momenten na de bevalling. Hoe gemakkelijk moet het voor vrouwen zijn geweest om te wanhopen en zich te voelen alsof God tegen hen was. Hij was hun vervloeker, niet hun redder.
Op dit gevoel van wanhoop reageert Paulus met de hoop van het evangelie. Nee tegen de vloek! De pijnen van het baren van kinderen - zelfs al duren ze een leven lang – zijn niet Gods laatste woord aan vrouwen. God is van plan om vrouwen zalig te maken. Hij wil voor haar dat ze een mede-erfgenaam is van de genade van leven, samen met de man (1 Petr. 3:7).
Henry Alford geeft zijn interpretatie als volgt weer:
De vloek op de vrouw voor haar ‘misdaad’ was: ‘met pijn zult u kinderen baren’ (Gen. 3:16). Haar “bevalling” is datgene waarin de vloek zijn uitwerking vindt. Wat wordt hier dan beloofd aan haar? Niet alleen vrijstelling van die vloek met zijn ergste en zwaarste gevolgen, zelfs niet alleen dat ze veilig kinderen zal baren, maar de Apostel gebruikt de woorden ‘zal zalig worden’ doelbewust voor hun hogere betekenis (eeuwige zaligheid), en de opbouw van de zin is precies hetzelfde als in 1 Kor. 3:15 – ‘Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.’
Net zoals de man gered moet worden doorheen vuur, wat zijn beproeving is, zijn hindernis op zijn pad, ondanks welke hij kan ontkomen – zo zal zij zalig worden doorheen haar baren van kinderen, die haar beproeving zijn, haar vloek, haar (niet het middel tot redding, maar) hindernis die dat in de weg staat. (Alford, H. [2010]. Alford’s Greek Testament: an exegetical and critical commentary [Vol. 3, 320]. Bellingham, WA: Logos Bible Software)
De vloek zal ongedaan gemaakt worden
Mijn samenvattende parafrase klinkt ongeveer zo:
Ook al zijn er veel vrouwen vandaag en in de loop van de geschiedenis, die de blijvende gevolgen van de vloek in de pijn van de bevalling en de levenslange wonden die ze mogelijk achterlaten, voelen, toch moedig ik al onze christelijke zusters aan niet te wanhopen. Gods woord voor u is hoop, niet vervloeking. Gods plan voor u is redding, niet vernietiging.
Ja, net zoals de man zijn redding moet uitwerken doorheen de vervloekte futiliteiten en problemen van zijn werk (Gen. 3:18-19), moeten miljoenen vrouwen hun redding vinden doorheen de pijnen en problemen van kinderen baren. De weg van de redding is dezelfde voor haar als voor alle heiligen: ‘blijven in geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid.’
Jezus Christus is de Redder die een vloek werd voor ons (Gal. 3:13). De angel van de vloek is weggehaald. Ze kan ons niet meer veroordelen. Geloof in Hem is de connectie met de Redder. Liefde, heiliging en bezonnenheid zijn de bekrachtigende vruchten van dit geloof.
Op de laatste dag zal ieder overblijfsel van de vloek ongedaan gemaakt worden en elke wond zal genezen worden. Dat is deel van wat het betekent om gered te zijn door het geloof in Christus.
Het Woord van verlossing
Ik wil hieraan nog één toepassing toevoegen. Ook al heeft de moderne geneeskunde wonderlijk en correct veel van de pijn en blijvende wonden van het baren opgeheven, iedere moeder weet dat zonde zijn tol eist in elk aspect van het huwelijk, de bevalling en het opvoeden. Eender welke van deze kan opblazen en dreigen een vrouw in wanhoop te verzwelgen.
Ik geloof dat het een rechtmatige toepassing van deze tekst is om te zeggen: Gods Woord tegen alle lasten en frustraties en problemen is: NEE! Dit is niet mijn laatste woord voor u! Mijn woord is redding! Mijn woord, in en doorheen elke vurige beproeving dient om u te verlossen, te redden, te bewaren en u een toekomst te geven en een hoop. Dit alles door het geloof in Jezus Christus.
John Piper is stichter en leraar van desiringGod.org en kanselier in het Bethlehem College & Seminary. Hij heeft 33 jaar gediend als voorganger van de Bethlehem Baptist Church, Minneapolis, Minnesota. Hij is de auteur van meer dan 50 boeken.
Dit artikel verscheen op 10 juni 2014 op Desiring God (www.desiringgod.org) onder de titel ‘How are women saved through childbearing?’. Het artikel is met toestemming vertaald.