Waarom vraagt God zoveel van moeders?

andrea-tummons-448834-unsplash.jpg

Ongeacht onze leeftijd, zijn wij, vrouwen, vaak geneigd ons af te vragen waar we voor zijn en wat we zouden moeten doen. Zelfs in een huis vol hongerige kinderen, kunnen vrouwen achtervolgd worden door deze vragen. Het antwoord lijkt voor de kinderen natuurlijk heel voor de hand liggend: “Voed ons! Knuffel ons! Onderwijs ons! Hou van ons!” Maar toch vragen we ons vaak af: “Is er iets meer? Of iets anders?”

Ik herinner me dat ik met deze vragen zat toen ik nog maar kleine vogeltjes in het nest had. Ik wist het antwoord: God heeft me werk gegeven om te doen, werk dat vlak voor mijn neus stond, en het was goed werk – werk dat Hij specifiek aan mij had toegewezen en doelbewust voor mij had ontworpen. Dus werkte ik hard en ik voedde en knuffelde en onderwees hen en hield van die vogeltjes.

Mijn vogels hebben reeds lang geleden het nest verlaten en hebben nu hun eigen overvolle nesten. Ik stel mezelf die vragen nog steeds van tijd tot tijd, en ik weet nog steeds het antwoord. Mijn fysieke nest mag dan wel leeg zijn, maar mijn geestelijke nest zit propvol met dingen om te doen en dingen om te leren. God heeft me toen taken gegeven en liefdevol heeft Hij mij nu ook taken gegeven – in feite zelfs meer taken, niet minder.

Al dat werk in de vroege jaren was een voorbereiding voor het werk dat Hij nu voor me heeft. Het komt erop neer dat het nu altijd het moment is voor taken. We hebben allemaal taken. Er zijn geen uitzonderingen, ongeacht hoe oud we zijn. Veel van onze taken zijn alledaags en hebben te maken met ons huishouden. Deze gaan nooit voorbij. Maar het is in deze alledaagse taken waar we vaak de rijkste geestelijke vruchten vinden.

Voorbereiding op de bediening

Hier is een voorbeeld van een alledaagse taak die God me twintig jaar geleden gegeven heeft. De taak was vrij duidelijk en lag helemaal niet buiten mijn comfortzone. Onze familie begon met een wekelijks diner op zaterdagavond om de dag des Heren in te luiden. Toen we begonnen, bereidde ik een maaltijd voor zes personen voor, of misschien een paar meer als we gasten hadden. Het vroeg wat planningswerk, maar het was niet moeilijk. Ik kon het ingewikkeld maken als ik dat wilde, maar dat wilde ik zelden.

Toen begonnen de kleinkinderen te komen, en we schoven er kinderstoelen en peuterzitjes bij. Toen kregen de baby’s broertjes en zusjes. Nu hebben we een bende hongerige tieners te voeden. Mijn taken bleven hetzelfde, maar ze vragen meer van me dan vroeger. Om eerlijk te zijn, voelt het vaak alsof ik minder kracht heb voor werk dat nu meer van me vraagt. Maar dat is goed, omdat ik zo niet in de val trap het gevoel te hebben dat het kinderspel is om de hele groep te eten te geven. Meer dan ooit moet ik naar de Heer gaan voor kracht en hulp.

God gaf me een lichte lading, en langzaamaan voegde hij daaraan toe. Hij trainde me week per week, en langzaam gaf hij me meer monden om te voeden. Maar Hij gaf me ook meer hulp en kracht wanneer het aantal groeide.

Waarom geeft God ons kracht?

Ik heb onnoemelijk veel technieken, recepten en strategieën voor het koken voor een grote groep geleerd, maar de geestelijke lessen zijn veel belangrijker geweest. Ik heb geleerd om te gehoorzamen, ook als ik er geen zin in heb. Ik heb geleerd om mijn ideale tijdschema en mijn ordelijke huis los te laten. Ik heb geleerd dat gehoorzaamheid altijd gezegend wordt. En natuurlijk ben ik nog steeds aan het leren.

Wat een schande en verspilling zou het zijn om nu op te geven, na zoveel geleerd te hebben na zoveel jaren van oefening. Hoeveel beter is het om als doel voor ogen te hebben om te groeien, harder te werken, Hem meer te vertrouwen en beter te worden in God te behagen in mijn taken in plaats van eenvoudigweg te proberen erdoor te geraken of na te denken over opgeven.

We mogen niet opgeven omdat het te veel werk is, of omdat we er geen zin meer in hebben, of omdat we de voorkeur geven aan de rust en vrede van een leeg huis. God behoede ons. Ons gebed zou moeten zijn: “God geef me meer kracht, zodat ik U met al mijn kracht kan liefhebben.”

Buitengewoon of alledaags

Jij zal waarschijnlijk andere taken hebben dan ik heb. Misschien ben je geroepen om langdurig voor je steeds ouder wordende moeder te zorgen, of voor een kind met een beperking, of voor een echtgenoot met een ernstige ziekte. Misschien leid je een bediening voor vrouwen in de gemeente, of onderwijs je kinderen in de zondagsschool.

Wat je taken ook mogen zijn, buitengewoon of alledaags, ze vragen meer kracht dan je hebt. En dat is voor je eigen bestwil. Waarom? Omdat je de Heer zal vragen om Zijn kracht als je weet dat je zelf niet genoeg hebt. Wie zei: “God geeft nooit meer dan je aankan,” wist niet waar hij het over had. God geeft ons veel meer dan we aankunnen en daarom hebben we meer kracht nodig dan we hebben. Hij hoort onze gebeden en Hij geeft ons graag Zijn kracht. En dat zijn de momenten waarop we voelen dat we God liefhebben met al onze kracht.

Heer, gebruik me tot het einde

Wat je taken ook zijn, als je ze in geloof met al je kracht aanpakt, zal God je zegenen met groei. Dan zal je meer hebben om terug te geven wanneer je Hem dient en vreugde brengt. We zetten geestelijke winst niet op een spaarrekening voor als we het eens nodig hebben voor een noodgeval. We investeren in de taken die nu voor ons liggen. In feite, als we niet gebruiken wat we hebben om God te verheerlijken, zullen we het verliezen.

We moeten onze taken volbrengen tot het einde toe. God heeft goede werken voorbereid voor ons, zelfs als we de 65 voorbij zijn. Wat hebben we geleerd door al die jaren met God te wandelen? We moeten de kracht die Hij ons geeft, delen met de mensen rondom ons. We moeten anderen helpen om te groeien in Christus. We zijn geroepen om te offeren en te dienen.

Velen van ons zijn, meer dan we beseffen, aangetast en gevormd door de glamoureuze agenda van de wereld. Tegen de tijd dat we oudere vrouwen zijn, denken we dat we op pensioen moeten gaan zodat we kunnen reizen en shoppen en ontspannen. Maar daar zijn we niet voor geschapen. Er werd ons geen kracht gegeven zodat we kunnen ontspannen. We zijn krachtiger geworden zodat we harder kunnen werken. We kunnen meer lasten dragen, we kunnen duidelijker en moediger getuigen van Gods trouw en genade. En we kunnen ons ertoe aanzetten om meer werk voor het koninkrijk te doen dan ooit tevoren.

Zolang als we leven zou ons gebed moeten zijn: “Heer, gebruik me tot het einde.”

Nancy Wilson is voorgangersvrouw en huisvrouw in Moscow, Idaho, VS. Zij heeft verschillende boeken geschreven waaronder: ‘The Silver Lining: A Practical Guide for Christian Grandmothers’ en ‘Learning Contentment’. Zij en haar echtgenoot, Douglas, hebben drie kinderen en zeventien kleinkinderen.

Dit artikel verscheen op 9 maart 2017 op Desiring God (www.desiringgod.org) onder de titel ‘Why Does God Ask So Much of Moms?’. Het artikel is met toestemming vertaald.