Afgedwaalde kinderen moeten je zwakheid zien
Ik ben een afgedwaald kind geweest en ik ben een ouder geweest van afgedwaalde kinderen. En zonder twijfel kan ik zeggen dat het veel moeilijker is om de ouder te zijn dan het kind.
Ongeveer dertig jaar geleden schreven mijn inmiddels overleden vader en ik samen een boek, waarin we schreven over mijn afdwaling, zijn ouderlijke worstelingen en onze relatie die erg onder druk stond. Het boek heet: Come Back, Barbara. (Kom terug, Barbara). Eén van de dingen die mijn vader schreef in het boek was, dat het wel leek of ik geen begrip had voor angst. Mijn ouders maakten zich grote zorgen, terwijl ik onbezorgd en blij van de ene slechte keuze naar de andere laveerde. Ik deel nu in hun vroegere zorgen. Het enige wat ik wil is dat mijn kinderen door het geloof leven. Maar tegelijkertijd worstel ik met mijn eigen geloof. En mijn kinderen toestaan om mijn worsteling te zien, maakt alle verschil.
Verandering begint met jezelf
Het is gemakkelijk om te denken dat verandering moet beginnen bij onze kinderen. Maar in mijn leven was het zo, dat het zien van mijn ouders’ worsteling en verandering – het zien van groei in geloof, hoop en liefde in hen – mijn aandacht trok. Ik heb vele jaren ver van God geleefd. De enige Christenen die ik kende, waren in mijn familie. Ik wist dat zij iets hadden wat ik niet had – hoop voor henzelf en voor mij en een krachtige liefde die niet vermorzeld werd door mijn afwijzing van zowel hen als God.
Ik dacht dat het makkelijk voor hen was (ze waren per slot van rekening Christen), maar nu weet ik een beetje meer over hoe de worstelingen van onze kinderen ons eigen geloof uitdagen. Ik weet hoe gemakkelijk het is om de moed te verliezen wanneer zij de moed verliezen. En hoe verleidelijk het is om in boosheid en met vooroordelen te reageren in plaats van met opofferende liefde. En om hier en daar wat Christelijke termen en woorden te zeggen, zodat ik mezelf (maar niet hen) voor de gek kan houden dat ik uit het geloof leef.
Wanneer we eerlijk werken aan onszelf voor de ogen van onze kinderen , kunnen we een erkenningspunt maken in onze worsteling en ook een hoop laten zien die zij nog niet hebben.
Bid om het geloof te ontvangen dat je nodig hebt.
Hoe kunnen we eerlijk leven tegenover onze kinderen? Hoe kunnen we onze worsteling laten zien, terwijl we ook vasthouden aan hoop? Het begint ermee te zien hoe diep onze eigen nood eigenlijk is.
“Zalig zijn de armen van geest”, zei Jezus (Mattheus 5:3). Zalig zijn zij die niets hebben en weten dat zij niets hebben. Zalig zijn zij die weten dat Jezus alles heeft wat wij en onze kinderen nodig hebben, en die bereid zijn om te blijven vragen, te blijven zoeken en te blijven kloppen. Jezus belooft dat wanneer we volhouden met vragen, we zullen ontvangen. Wat ontvangen? We onvangen de beste gift van de Vader: de Heilige Geest (Lukas 11:10-13). Wanneer we vragen, zullen we de Geest van God ontvangen. Hij laat ons de diepte van onze nood zien en Hij schijnt het licht van Zijn liefde in ons harten.
In het licht van Gods liefde, kunnen we zien dat onze kinderen, niet God, het centrum zijn van ons leven. Samuel Rutherford zei dit eens over zijn kinderen: “Geef hen ruimte naast je hart, niet in het centrum van je hart waar Christus hoort te zijn; want dan zijn je kinderen je afgoden en niet je kinderen.” Wanneer we weten hoe groot Gods liefde voor ons is, kunnen we ook vergeving vragen om Jezus’ wil. Het is verrassend om te zien, dat wanneer we onszelf voor God vernederen, ons geloof en onze liefde groeien. Opeens vinden we erkenning in de tekortkomingen van onze kinderen. Zij zijn net als ons – zij hebben net als wij Jezus nodig. Wij hebben een hart nodig dat God boven alles liefheeft, en zij ook. Het blijkt dan dat niet alleen kinderen afgedwaald zijn, maar ouders net zo goed. Dit is wat onze kinderen moeten zien: de nood van ons, ouders, is net zo groot als hun nood.
Laat hen je zonden en zwakheden zien
Het maakte een enom verschil voor mij, toen mijn ouders hun zonden en zwakheden met mij deelden. Ik had altijd gedacht dat Christenen (zoals mijn ouders) goede mensen waren. En omdat ik niet een goed persoon was (mijn scheiding, verschillende mislukte relaties, en verslaving maakten dat meer dan duidelijk), kon ik geen Christen zijn. Maar wacht.... nu vroeg mijn vader vergeving voor het feit dat hij alles in de hand wilde houden. Mijn moeder vertelde me dat ze wel op een wees leek die geen hemelse Vader had die haar kon liefhebben en helpen. Dit zette mijn wereld op zijn kop. Misschien was Jezus er dus toch voor slechte mensen?
Leven uit geloof voor de ogen van onze kinderen betekent niet dat we onze zonden, zwakheden, mislukkingen en lijden moeten verbergen voor onze kinderen. Integendeel, het betekent dat we onze kinderen laten zien hoe God ons geloof laat groeien temidden van al deze dingen.
Vertrouw erop dat Jezus kan doen wat je zelf niet kunt.
Ik heb Jezus elke dag nodig. Jij hebt Jezus elke dag nodig. We zijn net als onze kinderen gebroken door de zonde. We hebben, net als onze kinderen een vijand. We leven in een wereld waarin het lijkt of deze vijand het voor het zeggen heeft. Maar wij vertrouwen op Hem die dood en kwaad overwonnen heeft. Ga naar Hem en neem je kinderen mee.
Wanneer ik bad zijn er vaak momenten geweest, dat ik mij voorstelde dat ik hen simpelweg naar de voet van het kruis bracht. Ik heb niet de wijsheid en de kracht om hun leven op te lossen. Maar ik ken het Licht van de Wereld. Ik ken de Liefhebber van hun zielen. Ik vertrouw dat Hij doet wat ik niet kan.
Barbara Miller Juliani is auteur, onderwijst uit de Bijbel, spreekt op conferenties, en is de Vice President en Editorial Director bij New Growth Press. Zij en haar man Angelo (predikant), hebben vier kinderen en vijf kleinkinderen.
Dit artikel verscheen op 16 september 2017 op Desiring God (www.desiringgod.org) onder de titel 'Wayward children need to see your weakness'. Het artikel is met toestemming vertaald.